Aanslag Joods museum in Brussel was een amateuristische false flag
9 september 2016De Oranjekoorts verklaard?
9 september 2016Vandaag ga ik proberen over iets te schrijven wat ik niet vaak in woorden om kan zetten. Datgene zijn mijn eigen innerlijke processen. Niet dat ik er niet over wil of durf te schrijven, maar meer omdat ik iemand ben die doet, en niet vaak analyseert als het over mijzelf en mijn innerlijke processen gaat. Bij mij werkt(e) het vaak zo dat als ik mijzelf aan mijzelf ergerde, ik iets deed aan die ergernis, en dus mijn gedrag of denkwijze veranderde. Eerlijk gezegd dacht ik tot een dikke maand geleden dat dat genoeg was. Dat was voor mij mijn innerlijke werk zogezegd. Het was ook erg effectief. Maar nu weet ik inmiddels dat die werkwijze voor mij niet diep genoeg ging.
Ik ben nogal een eigenwijs ventje. Ik vond dat mijn werkwijze voldoende was en zeker diep genoeg ging. Als ik mij ergens aan ergerde, dan ging ik bij mezelf na waar dat vandaan kwam. En ja meestal was het projectie als ik me ergens aan ergerde. Meestal zag ik dat overigens niet meteen hoor, dat duurt bij mij eventjes voor ik dat toegeef aan mezelf. Ik zou niet eens voorbeelden meer kunnen noemen van waar ik me aan geëgerd heb, voor mij is het meestal klaar is klaar, en dan ga ik weer verder. Op die manieren, ergeren aan mezelf, en ergeren aan anderen, kijken waarom ik dat doe, en het dan veranderen. Zo ga ik al jaren te werk. Ik kwam op een gegeven moment op een punt dat ik mezelf niet meer terug kende. Ik dacht dat ik er redelijk was qua innerlijke processen. Maar toch, zoals eigenlijk altijd het geval is bij die denkwijze, was ik er nog lang niet. Ik ergerde me niet meer zo veel. Maar had nog wel iets anders wat af en toe de kop op stak, het stak best vaak de kop op eerlijk gezegd.. En dat was mijn gekrenkte eer. Het gekrenkte jochie die zonder respect behandeld wordt. Mensen die in mijn ogen disrespectvol met me omgaan, die geen rekening met me hielden. Ik zal wat voorbeelden noemen.
Vaste lezers van IR die mij mailden met een hele waslijst aan linkjes die naar ellenlange artikelen verwezen. “Lees dit even Micky, erg interessant!!” Mijn reactie (in mezelf): “Je weet toch godverdomme onderhand wel dat ik visueel gehandicapt ben en dat lezen van lange artikelen voor mij echt niet meer te doen is!?” Of ellenlange mailtjes over ditjes en datjes, die mij geen moer interesseerden, en die lang waren, pagina’s gebral over van alles en nog wat wat moeilijk was in hun leven… En ik dacht alleen maar “Ja godsamme wat ben jij zielig… zo zielig dat je niet eens door hebt dat ik urenlang jouw ellende zit te lezen wachtende op de clou, die vaak niet kwam, en je hebt niet eens door dat ik tegenwoordig letter voor letter moet lezen… Pleur op met je gezeik..!”
Ik merkte die irritaties uiteraard in mezelf. En ging na waar het vandaan kwam. Misschien was ik niet duidelijk geweest? Weten mensen niet meer dat ik visueel gehandicapt was geworden? Stel ik mijn grenzen niet genoeg? Ja dat moet het zijn, niet meer uitgebreid alles en iedereen netjes braaf terug mailen, en mensen uitleggen dat ik niet meer in staat ben om ellenlange verhalen en artikelen te lezen. Dat moet het oplossen. Want ik wist ook wel dat mensen goede intenties hadden, dat ze mij niet expres zoveel linkjes opstuurden en opzadelden met teveel leesvoer. Die reacties van hierboven waren dan ook reacties van iets wat als eerste schreeuwde. Nog voordat ik zelf zoiets had van die reactie van mij sloeg nergens op, iedereen is met zijn of haar eigen shit bezig, jij vergeet ook vaak dat iemand ziek is, in een moeilijke periode zit of wat dan ook, projectie, projectie…
Maar het stopte niet. Mensen buiten mijn innercircle die konden mij weinig meer doen. Ik krijg zo vaak commentaar op een neerbuigende manier, dat ik daar tegenwoordig lachend door heen lees. Die mensen deden en doen mij eigenlijk niets. Want wat hebben zij me mij te maken? Geen reet. Juist. Nee daar ging het niet om, het ging meer om mensen die wel in mijn innercircle zitten. Waar ik wel om geef en van hou. Die konden me nog wel raken. Als er geschreven werd over een schijnwerkelijkheid bijvoorbeeld. Dat alles er eigenlijk toch niet toe doet wat we hier op Aarde doen. Dat soort teksten. Dan stonden mijn haren recht overeind. En was ik in mijn eer gekrenkt. Hoe kan iemand zo denigrerend doen, nee deze handicap van mij is niet echt… ik beeld het me in joh…, heeft diegene dan geen enkel respect voor mij? Dat dacht ik dan. Eigenlijk was het meer scheldwoorden wat ik dacht maar er lezen kinderen mee 😉
Het ging dus om mensen die serieus iets meenden waardoor ik mij in mijn eer aangetast voelde. En daar ging het telkens over, geen respect krijgen. Lang lulde ik dat goed voor mijzelf. “Dat zit nu eenmaal in mijn DNA, ik ben een royal die niet als royal wordt behandeld in deze incarnatie!” Maar dat was het natuurlijk niet.
Mijn vriendin Dore deed al enkele maanden pogingen om mij te laten inzien dat er diep in mij een kleine Micky zat te roepen naar mij. Schreeuwen deed hij, hij wilde niet met haar praten als ze contact probeerde te maken. Hij zat met zijn armpjes over elkaar boos te kijken, en wilde alleen mij, de iets grotere Micky spreken.
Ik deed er lacherig over. Ik herkende hem echter wel.. Ik herkende mijzelf van vroeger. Die weigerde mee te doen met achterlijke bokspring en touwhang oefeningen met gym. Dan weigerde ik mee te doen. Vond ik achterlijk. En dan zat ik in de hoek van de gymzaal met mijn armpjes over elkaar boos te kijken. Ik herkende dat beeld maar al te goed dus. Maar ja, wat moest ik met die kleine Micky die ergens diep in mij verstopt zat in een grot? En okéhij wil mij spreken… nou spreek dan!! Maar ja dat deed hij niet, zo dacht ik.
Hij deed dat echter wel. Alleen ik herkende het niet. Hij was/is degene die boos werd en snel in zijn eer aangetast werd. Degene waar niemand trots op is..
Een dikke maand terug, ik heb er al eens over geschreven dat ik er mee bezig was, kwam er een droevig gevoel in mij op. Ik had zelf toen geen reden om droevig te zijn. Alles ging wel lekker dacht ik. Lekker beetje schrijven, beetje NetNietLive opnemen, beetje ouwehoeren, beetje heel veel ouwehoeren, steeds meer gewend raken aan bijna geen ruk meer kunnen zien.. Ja waar moet ik droevig over zijn? Opeens kwam er uit de diepte een gevoel dat ik herkende. Het was kleine Micky. De dag ervoor had ik eindelijk Dore haar raad een keer opgevolgd en aan hem gevraagd wat er nu aan de hand was, waarom hij mij wilde spreken en niemand anders. En ja, ik voelde me schizofreen als de pest.. Zit ik een beetje tegen een klein mannetje te praten die ergens in een grot diep in mij verstopt zit.. ach ja… ik spoor toch al niet waarom ook niet? Dus ik deed dat. En een dag later kwam dus dat gevoel naar boven.
Het gevoel wat ik had was hetzelfde als ik vroeger vaak had. Ik herkende het. Maar het zat niet meer in mijn beeld van mijn jeugd wat ik voor mezelf gevormd had. Het waren delen die weggestopt waren. De minder leuke dingen. Niet de hele leuke dingen en ook niet de hele erge dingen, nee die zijn er nog wel. Nee dit waren weggestopte dingen van momenten dat ik alleen op mijn kamertje zat. Net te doen alsof ik huiswerk aan het maken was. Maar eigenlijk zat ik te tekenen. Of weg te dromen. Of zielig te zijn in mijzelf. Want ik had het gevoel dat niemand mij snapte. Dat niemand trots op mij was. En dat had ik wel nodig. In onze familie wordt niet gezegd dat men trots op je is. Men laat dat op een andere manier blijken. Door gewoon te doen, er voor je te zijn. Maar niet vaak in woorden. Ik weet ook niet precies meer elke reden of situatie hoe ik zo droevig alleen op mijn kamertje kwam te zitten, wat er aan vooraf gegaan was of zo. Maar ik herinnerde mij opeens wel weer dat gevoel, en zag kleine Micky zitten op zijn kamertje. Ik was een soort van aan het tijdreizen op dat moment. Ik zag vanuit een ander perspectief hem zitten daar. En besloot hem een knuffel te geven en te zeggen dat ik trots op hem ben. Dat hij niet moet denken dat niemand trots op hem is, dat dat niet zo is, want ik ben trots op hem. Zo als dat niet schizofreen klinkt weet ik het ook niet meer. Maar dat was wel wat ik dus deed. Ik ging van situatie naar situatie. En het werd mij steeds duidelijker allemaal. Het kwam dus allemaal ergens vandaan.. Ik snapte opeens een aantal dingen in mijn leven. Die ik eerst niet helemaal snapte, maar af deed als “ach zo ben ik nu eenmaal”.
Ik snapte opeens hoe ik van een schuchter verlegen lief jongetje die geen vlieg kwaad deed, veranderde in een puber die met iedereen ruzie zocht en een enorme driftkikker werd. Niet dat ik ‘zomaar’ agressief werd… Nee, ik ging het op een rijtje zetten, nu 20 jaar na mijn puberteit. Ik ging voor mijzelf na in welke situaties ik agressief werd. En niet zomaar agressief, vies agressief. Niet alleen in woorden, maar zeker ook in daden.. Vooral op het korfbalveld. Ik ben geloof ik nog steeds de recordhouder gele en rode kaarten voor jeugdspelers.. Gelukkig voor mij werden die kaarten pas later in mijn ‘carrièe’ ingevoerd. Anders waren het er nog veel meer. En ik kreeg ze altijd voor dezelfde situaties. Scheidsrechters die mij zonder respect behandelden. En niet zagen dat ik gelijk had. Die mij in mijn eer krenkten. Die schold ik dan verrot. Vinden ze niet leuk scheidsrechters..
Maar daar bleef het niet bij. Ook tegenstanders en trainers moesten het ontgelden, tot aan de voorzitter aan toe als het zo uit de hand was gelopen dat ik weer in het kamertje moest komen. Niemand zag hoe goed ik wel niet was. Niemand was trots op mij. Ze behandelden me respectloos. Dat vond ik. En in het veld schopte en sloeg ik vaak op geniepige smerige wijze naar tegenstanders. Maar altijd alleen tegen hen die mij zonder respect behandelden. Die uit de hoogte deden. Of liepen te patseren.
Patsers. Nog zoiets waar ik mijn hele leven al problemen mee heb. Van die sportschool Jerommekes. Met te strakke T-shirtjes. Niet allemaal. Nee alleen diegenen die in de kroeg, of waar dan ook, zich liepen uit te sloven. Die minderwaardig deden over mij. Zo zag ik dat dan.. Die lacherig deden tegen me, en me op een manier aankeken die ik respectloos vond. Dat was een rode lap voor mij.
Maar het gaat veel verder dan dat. Ook toen ik ouder werd en een auto had. Patsers in BMW’s en Audi’s. Rode lap!! Mensen die de hele invoegstrook expres gebruiken om een paar meter te kunnen afsnijden. Rode lap!! Dan voelde ik me in mijn eer aangetast. “Wie de fuck denk je wel niet dat je bent!!”
Iemand op een parkeerplaats die denkt dat de hele wereld van hem is (het zijn altijd hij’s trouwens waar ik moeite mee had) en gas geeft, en er vanuit gaat dat iedereen aan de kant gaat. Rode lap.. en zo kan ik nog wel even door gaan. Het punt is duidelijk.
Ik was niet zo. En sterker nog, ik ben niet zo. Maar toch, was dat moeilijk uit mijn systeem te krijgen. Ach dat zit in mijn DNA… yeah right Micky….
Waar ik achter gekomen ben door die innerlijke tijdreis naar kleine Micky te maken is dat het allemaal met elkaar te maken had. Ik wilde me bewijzen op het korfbalveld. Mijn vader zou en moest trots op me zijn. En dan faalde ik. In mijn ogen. Want hij zag dat natuurlijk niet zo, dat was ik die dat dacht. Ik wilde me laten gelden, laten zien dat ik de beste was (wat ik niet was), mensen zouden trots op me worden, dat was mijn doel. Maar daardoor verwachtte ik teveel van mijzelf, en als het dan tegen zat, dan raakte ik gefrustreerd. Dan begon ik me af te reageren op wie er dan ook in de buurt was en iets zei wat mij niet aanstond. Of het nou de trainer was of een ouder van een ander kind, wie dan ook, ik schold ze verrot of wilde ze te lijf gaan. Resultaat: Een team dat zich in de steek gelaten voelde, een trainer die me uitkotste en wisselde, en last but not least, mijn ouders die zeker niet trots op me waren. En terecht als ik er nu aan terug denk.
En zo ging het dus van kwaad tot erger. Ik wilde me altijd weer bewijzen. Ik wilde dat mijn ouders trots op me waren. Dat de hele Wereld trots op me was. Dat ze zouden zien hoe geweldig ik wel niet was, of kon zijn.. Maar telkens verklootte ik het dan weer. En werden mensen boos of erger nog teleurgesteld in mij in plaats van trots op mij te zijn.. Dat waren ze natuurlijk maar even. Maar voor mij was het anders. Ik werd gewoon niet begrepen. En misschien was dat ook wel zo. Hell.. ik begrijp mezelf vaak niet eens, laat staan dat een ander me begrijpt..
Dus om een lang verhaal iets korter te houden, ik ging ook naar die kleedkamer waar kleine Micky nu nog steeds zit (want alles gebeurd feitelijk gelijktijdig, er is geen tijd), hij zat daar in zijn tenue, te huilen van frustratie. Want hij was er weer uitgestuurd omdat hij een tegenstander op zijn standbeen trapte toen deze wilde schieten… en hij snapte niet waarom hij dat gedaan had… Hij wilde het niet, hij wilde zich enkel bewijzen, want het was een belangrijke wedstrijd en er stond heel veel publiek langs de kant… En het lukte allemaal niet wat hij in gedachten had.. en toen opeens was hij de controle kwijt en trapte zijn tegenstander op een afschuwelijke wijze tegen het gras… een vlaag van verstandsverbijstering. In plaats dat de mensen trots op hem zijn, zijn ze boos en teleurgesteld. En kleine Micky zit voorover gebogen met zijn hoofd in zijn handen af te koelen in de kleedkamer. Ik ben naar hem toe gegaan en heb hem getroost. Heb hem gezegd dat hij er niet teveel mee moet zitten, dat ik trots op hem ben, dat hij geen sport of wat dan ook nodig heeft om zich te bewijzen. Dat mensen sowieso trots op hem zijn, no mater what..
En zo heb ik dat in een paar situaties gedaan. Van het én kwam het ander, door naar de ene situatie terug te keren als het ware, kwam de volgende situatie naar boven.
En toen was het afwachten of het resultaat zou hebben.
Nu dik een maand later kan ik zeggen, ja het heeft resultaat gehad. En ben ik er nu? Nee natuurlijk niet, het is een almaar doorgaand proces. Maar het niet met respect behandeld worden issue is wel weg. Ik voel me niet meer in mijn eer gekrenkt. Ik weet dat mensen trots op me zijn. En dat is niet het belangrijkste. Ik ben nu trots op mijzelf. Trots op het pad wat ik bewandel. Ik voel me niet meer in mijn eer gekrenkt als iemand uit mijn innercircle iets zegt of schrijft wat ik voorheen dus als respectloos zou zien. Ik hoef me niet constant proberen te bewijzen. Ik hoef geen respect af te dwingen. Ik respecteer namelijk meer van mijn hele zelf nu. Ik zie nu in dat ik dingen weggestopt heb. Veilig achter een dikke muur had verstopt, diep in mezelf begraven. Dat stukje is nu op zijn plaats gevallen. Ik snap nu waar al die oncontroleerbare driftbuien vandaan kwamen. Ik was niet trots op mijzelf en bagatelliseerde de impact van schijnbaar ‘kleine’ dingen uit het verleden op mijn zijn van vandaag de dag. Voortaan zal ik proberen iets minder eigenwijs te zijn, en eerder naar signalen en mensen te luisteren die mij iets willen laten inzien…
Micky
11-6-2014
2 Comments
Wauw! Wat herken ik dit! Geweldig stuk!
Dat een fijn artikel van Dore; van oude wonden! Wat gaaf dat jullie samen zo schrijven. De inhoud doet mij heel goed: heb weer een hoop werk te doen. Jij ook bedankt Dore!