Religie voor Dummies: Sjiieten versus Soennieten
5 september 2016Religie voor Dummies: De Wetenschap, ’s Werelds grootste religie
5 september 2016Boeddhisme, wie kent het niet? Iedereen heeft wel eens zo’n beeldje of standbeeld gezien van dat kale dikke mannetje in een jurk, Boeddha. Boeddhabeeldjes, je wordt er mee doodgegooid tegenwoordig. Waar ze eerst enkel in de new age winkels te vinden waren, zijn ze nu ook in huiskamers bijna niet meer weg te denken. Ik irriteer mij daar aan. Ik weet ook niet waarom. Nou ja eigenlijk weet ik het wel. Ik heb/had vooroordelen over Boeddha en het Boeddhisme. Ik had mij er nooit in verdiept, en toch had ik mijn oordeel klaar, ik vond het maar een passieve onnozele religie. Beetje mediteren, beetje niets doen, dat was mijn beeld van het Boeddhisme. Vandaag deed ik voor het eerst echt onderzoek naar Boeddhisme, de leer van Boeddha, zoals men het noemt. Tijd dus voor een nieuw deel in de serie ‘Religie voor Dummies’.
Aangezien Boeddhisme letterlijk ‘de leer van Boeddha’ betekend, begon mijn onderzoek bij Boeddha himself. Dat leek mij wel zo eerlijk en netjes. Ere wie ere toekomt toch?
Boeddha heet eigenlijk helemaal niet Boeddha. Dat was mijn eerste ontdekking. Hij werd later pas Boeddha, toen hij verlicht werd. Boeddha werd geboren als een doodnormale boerenlul, dat zou je tenminste denken. Niets is minder waar.
Boeddha was van adel. En niet zo’n klein beetje ook, Boeddha was een verwend prinsje. Zijn pa was de koning van de Sakya’s. Boeddha kwam in ca. 450 v Chr. ter Wereld als Siddhartha Gautama, en werd geboren in een tuin van het paleis van zijn pa in Lumbini, wat tegenwoordig in het zuiden van Nepal ligt. Boeddha was toen al niet erg snel van begrip, en je zou hem als redelijk passief kunnen bestempelen, aangezien hij 10 maanden bij zijn moeder in de buik vertoefde. Gautama vond het eigenlijk toen al best allemaal. Hij had ook geen reden om op te schieten of zich druk te maken, hij werd immers als royalty geboren. Wijze mannen hadden zijn moeder wijs gemaakt dat ze zwanger was van een toekomstig leider, of van een toekomstige spirituele goeroe. Zo wijs waren ze dus niet, ze gaven haar immers een multiple choice antwoord.
Maar goed, zijn vader de koning hoopte op een toekomstig koning. Wat logisch is als je koning bent, dam wil je namelijk een troonopvolger lijkt mij. Koning Suddhodana was niet echt een bad ass koning als je het mij vraagt. Hij was nogal voorzichtig. Hij wilde niet dat zijn zoon Gautama iets te kort zou komen en gekwetst zou worden door die vervelende buitenwereld. En dus liet hij zijn zoon opgroeien in zijn paleis. Daarover zo meer.
Gautama werd dus geboren in de paleistuin, en was meteen al een bijzonder joch. Hij stak namelijk meteen na zijn geboorte zijn handjes uit en wees met zijn ene wijsvinger naar de hemel, en met zijn andere wijsvinger wees hij naar de grond. Dat was voor moeders de koningin een teken dat haar zoon goddelijk was. Vandaag de dag zouden we meteen ritalin erin gooien, maar toen was dat dus nog heel bijzonder.
De moeder van Gautama, koningin Maya met daarachter enkele letters die ik niet kan vinden op een Westers toetsenbord, overleed toen Gautama een week oud was.
Gautama leefde de eerste 29 jaar van zijn leven enkel en alleen in het paleis van zijn pa. Hij mocht, of hij ging, dat verteld het verhaal niet, nooit naar buiten. Het ontbrak hem aan niets. Alles wat zijn hartje begeerde dat had hij.
Dat Gautama een echte royal elite was blijkt uit het feit dat hij trouwde met zijn nicht. Het kan ook een vertalingsfout geweest zijn uiteraard, misschien dat nicht iets anders betekende, maar goed dat maakt voor het verhaal niet echt uit. Gautama kreeg samen met zijn nicht een zoon, Boeddha Junior genaamd. Gautama gaf geen ruk om zijn familie, dat blijkt uit het verdere verhaal wat ik las over het leven van de Boeddha. Na 29 jaar beschermt te zijn opgevoed vond Gautama het welletjes. Hij moest er een keer uit. Hij begon wat laat met zijn puberteit laat maar zeggen.
Op een dag ging Gautama met een van zijn dienaren naar buiten. Er ging een wereld voor hem open. Hij zag een zieke man, een oude man, en daarna ook nog een dode man. Tv hadden ze schijnbaar nog niet in die tijd.. Gautama schrok zich een hoedje. En vroeg aan zijn dienaar wat hij zojuist gezien had. Zijn dienaar vertelde hem dat mensen oud worden, dat ze ziek kunnen worden, en dat ze dood gaan. Gautama werd toen voor het eerst manisch depressief. Hij trok het niet, al dat lijden van de mensheid.
Tot overmaat van ramp kwam Gautama op de terugweg naar zijn veilige paleisje ook nog een monnik tegen. Hij schrok zich de pleuris toen zijn dienaar hem vertelde dat deze monnik vrijwillig afstand had gedaan van al zijn bezittingen en nu een leven van eenvoud leefde, in dienst van de mensheid. Dat wilde Gautama ook! Hij wilde geen verwend prinsje meer zijn, nee hij had grotere doelen ontdekt tijdens zijn eerste wandeling buiten het paleis in 29 jaar tijd. Hij wilde het lijden van de mens oplossen. En Gautama verliet diezelfde avond zijn veilige paleis, hij zei vaarwel tegen zijn comfortzone, zijn vrouw smeerde wat boterhammetjes voor hem, en weg was Gautama, op zoek naar verlichting.
Gautama kwam terecht in de bossen van India. Daar ontmoette hij twee wijze leraren die hem richting verlichting zouden helpen. Gautama moest verlicht raken op de een of andere manier om de mens uit het lijden te verlossen. Waarom is mij een raadsel, maar dit is het verhaal van Boeddha en niet van mij.
Zes jaar verbleef hij in de bossen van India. Gautama hongerde zichzelf uit en had blijkbaar zoveel vet dat hij zes jaar kon zonder eten. Hij deed aan zelfkastijding, zelfpijniging dus. Na zes jaar krijg Gautama de hongerklop. Hij trok het niet meer en ging bijna dood aan de hongerdood. Hij kwam er na 6 jaar achter dat zelfkastijding niet het juiste pad was om verlicht te raken. 6 jaar ‘maar’, ach ik neem het iemand die 29 jaar lang niet uit zijn paleisje kwam niet kwalijk dat hij daarna 6 jaar verneukte in de bossen van India. Je kan het ook positief bekijken, hij verbleef tenminste niet 6 jaar in die stinkrivier de Ganges. Dat had hij geen 6 uur overleefd zonder zwembandjes en wit pak aan.
Na zes jaar, en vel over been, vertrok Gautama uit de bossen van India. Onderweg pakte hij voedsel aan van mensen langs de weg. Hij at eindelijk weer en kreeg weer wat energie. Zijn hersenen waren wel redelijk aangetast van zes jaar niet eten. Hij kon niet bedenken wat hij nu moest gaan doen. En dus ging hij zitten onder een boom. Een bodhiboom om precies te zijn. Boeddha was moe en wist niet wat hij moest doen. Dus deed hij hetgeen mensen doen als ze het echt niet meer weten, hij ging mediteren onder die boom. 49 dagen lang mediteren. Non-stop mediteren. Hij was net bekomen van een bijna doodervaring, en kon meteen daarna 49 dagen mediteren zonder eten. Ik oordeel verder niet…want, tatadada, na 49 dagen was Gautama eindelijk dan verlicht! En was hij niet langer Siddhartha Gautama meer. Nee vanaf die dag, op zijn 35e, was hij de Boeddha geworden! Boeddha betekend namelijk letterlijk ‘hij die wakker (verlicht) is geworden’. Ik weet het, het klinkt nogal ietsiepietsie erg veel als new age. Die ook denken dat als je wakker bent geworden en gaat zitten mediteren dat je dan verlicht bent. En misschien zijn ze dat ook wel, het zal mij verder een rotzorg wezen. Boeddha was in ieder geval verlicht!
Boeddha ging daarna met een soort ‘Boeddha on tour’ door India toeren met zijn aanhang, die steeds groter werd. Want tja, zeg nou eerlijk, wie wil er nou niet verlicht worden door eigenlijk gewoon niets te doen? Boeddha bleef toeren tot hij er dood bij neerviel. Hij was toen 80 jaar oud. En schijnbaar niet zo verlicht dat hij de dood kon ontwijken.
Dat hoefde hij ook niet, want Boeddha zijn leer is dat als je eenmaal verlicht bent, je verlost bent uit je lijden, en dat je dan nooit meer zal incarneren op deze gore door Poetin verklootte planeet. Want dat was hoe Boeddha het simpelweg zag: op Aarde lijden we. En door steeds foute beslissingen te nemen, lopen we karma op, en dan moeten we keer op keer opnieuw incarneren hier op Aarde… en dat wil je als lamzak niet. Dan wil je de easy way out. Boeddha is dus nooit meer opnieuw geïcarneerd op Aarde. En ik maar denken dat die bloedhond van een dalai lama een reïcarnatie was van de Boeddha… blijkt dat dus niet zo te zijn, en betekend ‘lama’ dus goeroe… over de dalai lama niets dan goeds, moge hij ook nooit meer hoeven te incarneren na zijn huidige ‘leven’. Opgeruimd staat netjes. En meer wil ik niet kwijt over die hagedis die het altijd koud heeft, nooit in Tibet is geweest en meehelpt aan klimaatsverandering door zijn hele leven van vliegtuig naar vliegtuig te hoppen. Dit verhaal gaat namelijk over Boeddha. Boeddha die de kunst van het edele niets doen en toch resultaat boeken gemoderniseerd had, en geen opvolger wilde, in plaats daarvan wilde hij dat zijn gedachtegoed verspreid werd over de hele aardkloot.
Wist hij veel dat ze velen eeuwen later zijn gedachtegoed om zeep zouden helpen.. Boeddhisme staat namelijk vol met paradoxale kwesties. Zo zou je pas echt verlicht zijn en nooit meer te hoeven incarneren als de hele wereldbevolking dat ook is. Dus letterlijk iedereen moet eerst verlicht zijn. Ook Poetin. Met andere woorden: Na Boeddha is dat niemand meer gelukt, kijk maar om je heen zou ik zo zeggen, zo heel erg verlicht is het allemaal niet hier op Aarde. Boeddha had gewoon geluk dat op het moment van zijn sterven iedereen blijkbaar wel verlicht was? Of is er sprake van een paradox in deze religie? Een slinkse valkuil?
Want tja Boeddhisme. Het heeft geen ruk te maken met het verhaal van Boeddha. Natuurlijk tot op zekere hoogte wel. Want het is en blijft de kunst van het edele niets doen, zo passief en zo naïf mogelijk zijn, en dat voor jezelf goedpraten (mind dus) dat je goed bezig bent. Dat is Boeddhisme in een notendop.
Verlichting gaat maar 1 kant op bij Boeddhisten. Ze willen zich altijd goed voelen. Alles moet positief zijn, geen geweld, geen gelieg, niet stelen, niet neuken, geen hebzucht, en dus zijn boeddhisten door de geschiedenis heen altijd genaaid. Ze zijn altijd verslagen, of liepen met de staart tussen de benen weg als ze agressie voelden aankomen. Noem mij 1 boeddhistische leider of land of goeroe die een groot rijk bij elkaar veroverde en legers versloeg? Die zijn er niet. Boeddhisten zijn net als new agers naïf, lui, passief, onwetend, en wereldvreemd. Daar win je geen oorlog mee hier op Aarde.
De Boeddha was bewustzijn, meer niet, dat hoor ik wel eens. En dat moet dan iets moois zijn? Dat is gewoon 1 aspect, 1 zijde van de dualiteitsmedaille. Bewustzijn zit in je mind. Het gaat niet verder dan hooguit 4D, en het enige wat het voedt is je kosmische ego. Dus enkel en alleen bewustzijn zijn, tja dat is nogal beperkt, en boven dualiteit uitstijgen doe je niet door die levenshouding. Beetje mediteren totdat je er dood bij neervalt, je moet er maar tijd voor hebben denk ik altijd..
Maar goed, ik zal proberen op een simpele wijze Boeddhisme uit leggen, aangezien dit ‘Religie voor Dummies’ is. Het is namelijk nogal complex geworden dat Boeddhisme sinds Boeddha zelf het loodje legde. Boeddha zelf had genoeg aan 29 jaar knikkeren in een paleistuin, 6 jaar in een bos hutten maken, en daarna 49 dagen mediteren. De volgers van Boeddha, de Boeddhisten moeten echter van alles. Duizenden regeltjes volgen, en dan uiteindelijk, als puntje bij paaltje komt, zijn ze nog niet verlost van het lijden. Zijn ze nog niet verlicht. Want je kan pas verlicht zijn als de hele wereldbevolking ook verlicht is. Kansloos dus.
Ik zal Boeddha zelf even quoten over wat Boeddhisme simpelweg inhoudt:
“Het vermijden van al het foute gedrag,
Het ondernemen van het goede,
En het ontwikkelen van je eigen geest;
Dit is de leer van de Boeddha’s. “
Dus met andere woorden steek je kop in het zand, negeer al het niet ‘goede’, kniel, en steek je kontje de lucht in. En oh ja ‘je eigen geest’ dat is de Nederlandse vertaling van ‘je mind’. Het is dus een mind dingetje dat hele Boeddhisme.
Zo makkelijk kom ik en ook het Boeddhisme er niet vanaf. Ik zal wat kenmerkende regeltjes geven van het Boeddhisme.
Men heeft in het Boeddhisme nogal veel op met de vier edele of nobele waarheden. Ik zal Wikipedia dit laten uitleggen, ik quote hierbij ‘The book of Knowledge’:
De vier nobele waarheden beschrijven het lijden, de oorzaak hiervan, de mogelijkheid om er van verlost te worden, en de weg om deze verlossing te bereiken. Deze waarheden worden soms ook geformuleerd in termen van de aanwezigheid van geluk, haar oorzaak, de afwezigheid ervan en de oorzaak van deze afwezigheid.
De vier nobele waarheden in de klassieke definitie zijn:
1. Er is lijden en ontevredenheid in het leven
2. Er is een oorzaak voor dit lijden: verlangens
3. Er is een einde aan dit lijden mogelijk
4. En er is een weg die hier naartoe leidt: Het Achtvoudige Pad.
De begrippen ‘lijden’ en ‘verlangen’ hebben in het westen een concrete betekenis. Bij lijden denken we aan zaken als ziekte, verlies, wanhoop. Met verlangen bedoelen we over het algemeen het verlangen naar concrete zaken, zoals een groter huis, veel geld of macht en aanzien. In het boeddhisme hebben deze begrippen een bredere en subtielere betekenis. Lijden, dukkha, betekent dat het leven onvolmaakt is. Het is alsof je de hele tijd met een steentje in je schoen loopt, en dat steentje wil maar niet verdwijnen. Dit leidt tot tanha, dorst, het verlangen dat de zaken anders zijn dan ze zijn: “Als ik nou een groter huis / een betere baan / een leukere partner / rustiger kinderen / liefdevollere ouders had, dan zou het leven volmaakt zijn”
Ik had dit ook simpel kunnen uitleggen als: Boeddhisten zitten nogal in de slachtofferrol, kunnen het leven hier op Aarde niet aan, en zoeken een uitvlucht uit al die zogenaamde ‘ellende’. Ze praten het voor zichzelf goed dat ze geen ruk uitvoeren, passief zijn, en niet aan zichzelf durven te werken. Het enige waar Boeddhisten op uit lijken te zijn is een einde maken aan hun eigen zielige miezerige bestaan hier op Aarde. En om het af te maken zal ik nu dan aandacht besteden aan het ‘edele achtvoudige pad’. Ook hier quote ik ‘The book of Knowledge’:
Het edele achtvoudige pad bestaat uit:
1. Juist (zuiver) begrijpen (van de oorzaken van het lijden en de oplossing hiervan)
2. Juiste intenties (streven naar verlichting ten behoeve van alle levende wezens)
3. Juist spreken (niet kwaadspreken en liegen)
4. Juiste handelingen (niet doden, niet stelen, geen misbruik van zintuiglijke genoegens, niet liegen, geen alcohol en drugs). Men kan ook de acht voorschriften, de tien voorschriften of de geloften (patimokkha) voor monniken of nonnen naleven.
5. Juist levensonderhoud (beroep) (geen beroep dat anderen kwaad doet)
6. Juiste inspanning (streven naar de juiste gedachten en geestestoestand)
7. Juiste aandacht (vipassana)
8. Juiste mentale absorptie (samadhi (meditatie)).
Het achtvoudige pad wordt vaak ook kort omschreven als prajna (inzicht, wijsheid), sila (moraliteit, ethisch goed gedrag), en samadhi (meditatie). Het achtvoudige pad wordt gezien als een pad naar de verlichting, maar veroorzaakt niet de verlichting, net zoals een pad naar de berg kan leiden, maar deze berg niet veroorzaakt.
Met andere woorden bedoelt men te zeggen: Gij zult geen plezier hebben, gij zult veel klagen, gij zult niets mogen en heel veel moeten, en gij zult veel nodeloos mediteren.
Ik begrijp na mijn onderzoek een hele boel meer over Boeddhisme. Ik begrijp er nog steeds niet veel van, omdat het zich begeeft in de kronkels van onze mind. En deze mind gebruik ik zo min mogelijk, ik begrijp al die regeltjes en goedpraterij niet. Het klinkt mij als klinkklare new age in de oren. Vooral regel 4 van het ‘edele’ achtvoudige pad snap ik niet. Ik vind het zelfs hypocriet. Boeddha zelf zat heerlijk te snoepen van de kosmische drugs (49 dagen zonder eten erop los mediteren). Boeddha zelf neukte wel, want hoe kwam hij anders aan een kind? Boeddha zelf loog ook tegen zijn dierbaren, hij vertrok met zijn dienaar stiekem naar het dorp toe, en later bedroog hij zijn vrouw en kind door naar de bossen van India te vluchten. Maar goed….
Het achtvoudige pad leidt naar de berg, naar verlichting, maar is nog geen verlichting, omdat het pad niet beschrijft hoe de berg ontstaan is. De enige manier om er achter te komen hoe deze berg dan wel ontstaan is, is door naar je hart te luisteren en alles aan jezelf te vragen in plaats van nutteloos mediteren en passief zijn. Aangezien nergens in het Boeddhisme beschreven wordt hoe je naar jezelf kan luisteren en hoe je je hart kan volgen, is het dus een cyclus. Een cirkel van wedergeboorte zoals de Boeddhisten het zelf noemen. Een oneindige cyclus van telkens dezelfde fouten maken, telkens je macht uit handen geven aan een zotte religie die je passief, naïf en onwetend maakt en houdt. En telkens wordt je opnieuw geboren, loop je opnieuw het pad op naar de berg, maar zal je nooit weten hoe en wat die berg is, en hoe erg je al die levens in de maling bent genomen. Dat is mijn simpele conclusie over het oh zo geroemde Boeddhisme.
Micky
12-8-2014
2 Comments
Hoi Micky,
Het is duidelijk dat jouw onderzoek zich beperkt heeft tot wat er op het internet te vinden is.
Boedha is geen naam maar een titel, zoals jijzelf ook al aangeeft, je zou in je artikel dan ook pas na verlichting van Gautama over Boedha Gautama kunnen spreken.
De verdere verwijzingen in je artikel zijn die naar aftakkingen van de leer van Boedha Gautama. Daarom ben ik het in veel opzichten met je eens dat het boeddhisme (dat als niet religieus te boek staat) vaak wel zo wordt beoefend.
Ik daag je uit in het kader van jouw “onderzoek” naar het boeddhisme en jouw mening daaromtrent de orginele leer van Boedha Gautama te ervaren.
Bedankt voor het aanbod, maar ik heb verder 0,0 intersse in Boeddha en zijn boom.
Ik zoek en vind de antwoorden in mijzelf, niet in religie. Wat jij doet en waar jij in wilt geloven, dat is uiteraard allemaal aan jou. Maar ik ga het boeddhisme zeker niet verder onderzoeken, ik heb wel meerdere ietsen beters te doen met mijn tijd. 🙂